Aeby, Léo/nl
Aeby, Léo soms ook Léo Aebi genoemd
Zwitserse horlogefabrikant
Léo Aeby werd in 1860 in Tavannes als zoon van uurwerkfabrikant geboren. Zijn vader Alfred Aeby bezat er een kleine uurwerkfabriek welke in 1873 naar Madretsch bij Biel werd verplaatst waar men werkte onder de naam Aeby & Landry. De fabriek had in 1878 al een bijzondere reputatie, men vervaardigde zakhorloges, chronografen, slagwerkhorloges, en alarmhorloges. De fabriek was modern ingericht en voorzien van gasmotoren. Aeby & Landry probeerde ook digitale zakhorloges op de markt te brengen, met een eigen constructie om het patent van Josef Pallweber te omzeilen. Dit werd echter geen succes.
Léo Aeby’s belangrijke bijdrage aan de Zwitserse uurwerkindustrie was zijn oriëntatie voor de rationele vervaardiging van horloges. Na zijn scholing in Tavannes vervolgd hij zijn opleiding in Biel en Porretruy, daarna het technicum van Winterthur. Gedurende de vakanties werkte hij in de fabriek van zijn vader. Hij was sterk geïnteresseerd in de Amerikaanse productiemethoden waar over had gehoord. In 1881 vertrok hij naar Amerika om er tot 1884 te blijven. Na zijn terugkomst in Zwitserland gebruikte hij zijn ervaring en kennis om de vaderlandse uurwerkindustrie om te vormen naar Amerikaans model. Hoewel men aanvankelijk zeer afwijzend stond tegenover de Amerikaanse productiemethode's bleek al snel dat de kwaliteit van zijn horloges excellent waren.
Inmiddels was in 1888 de fabriek omgedoopt in Léo Aeby & Cie. Onder de afnemers waren ondermeer Gruen waarvoor Aeby al langere tijd werkte. Uit het archief van Gruen valt op te maken dat de eerste "Columbus" uurwerken door Aeby werden geleverd. Verder leverde hij evenals J.J. Badollet & Co. uurwerken aan de Nonmagnetic Watch Co. of Amerika van Charles Ward. In deze uurwerken werden de palladium spiraalveren van Charles Auguste Paillard gebruikt.
Zijn generatiegenoten konden echter niet lang profiteren van de kennis en ervaring van Léo Aeby. Een ernstige longziekte was de oorzaak van zijn overlijden op slechts 32 jarige leeftijd te Davos in 1893. In die tijd sprak men van een groot verlies voor de Zwitserse uurwerkindustrie.