Waten, Jacobus/nl
Nederlandse uurwerkmaker en Maker van Amsterdamse Staande klokken
Jacobus Waten, ook wel bekend als Jacob, werd geboren op 7 januari 1740 in Jemgum(gaste), Oost-Friesland, Duitsland. Hij was de zoon van Jacob Hemmen Waten (1711-1751) en Lutchert Jacobs (1711-1759). Jengum in Oost-Friesland is door de eeuwen heen nauw verbonden geweest met de provincie Friesland (Fryslân) in Nederland. De Eems en de Dollard vormden een natuurlijke grens met de rest van Duitsland, hoewel Oost-Friesland tot Duitsland (voormalig Pruisen en Hannover) behoort. Van 1806 tot 1810 behoorde het tot het Koninkrijk Holland. De werkelijke grens volgt de rivier Westerwoldse AA tot aan Bad Nieuweschans, vervolgens loopt de grens naar Bourtange naar het zuiden richting Klazinaveen.
Van wie Jacobus het beroep van horlogemaker heeft geleerd, is niet bekend; mogelijk was hij gewoon een uurwerkhandelaar. Jacobus trouwde met Grietje Bauerman (1744-1825) op 28 juli 1765 in Emden, Oost-Friesland. Het is niet duidelijk of Jacobus vóór het huwelijk al in Amsterdam werkte. In ieder geval zijn alle kinderen in Amsterdam geboren. Uit het huwelijk werden acht kinderen geboren, Jacob Waten (1766- ? ), Jan Bauerman Waten (1768- ? ), Lutgera Waten (1770-1835), Jacob Waten (1772-1772 ), Jacob Waten (1774 - ? ), Saara Catriena Waten (1775- ? ), Jacob Gerrit Waten (1777- ? ) en Saara Maria Waten (1778- ? ). Volgens klokkenrestaurateur Robert Schilten bestaan er klokken gesigneerd met Jacobus en Zoon, Amsterdam. Wie van zijn zonen in het bedrijf werkte, kan niet met zekerheid worden gezegd. Jacob verkocht naast Grootuuurwerken zoals staande klokken en tafelklokken ook horloges.
Jacobus Waten overleed op 20 augustus 1812 in Amsterdam, 72 jaar oud.
Museum
In het Museum Zaanse Tijd is in de collectie een Amsterdamse staande klok van Jakobus Waten te vinden. De klok heeft net als de hier afgebeelde klok een scheepjesmechaniek.
Weiterführende Informationen
- Bildgalerie Uhrenmodelle Jacobus Waten
- Bildgalerie Uhrwerke Jacobus Waten
- Bildgalerie Archiv Jacobus Waten