Berthoud, Charles Auguste/de

Berthoud, Charles Auguste

andere Sprachen: en nl

Französischer Uhrmacher

Auguste Berthoud war der dritte Sohn von Pierre-Louis Berthoud und Claire Thérèse Bezout. Er wurde vermutlich 1895 geboren. Schon in sehr jungen Jahren wird Auguste und sein Bruder Louis an die "Ecole des Arts et Métiers de Compiègne" geschickt und danach 1806 nach Châlons-sur-Marne. Ab 1812 vertraut er sich seinem Vater an, der seine Uhrmacher-Ausbildung vollendet. Dieser hatte bereits mehrere Jahre Lehrlinge in der Kunst der Präzisionsuhrmacherei im Auftrag der Französischen Regierung ausgebildet, zum Beispiel den Uhrmacher Jean François Henri Motel. Der Vater verstarb jedoch im Jahr darauf 1813 in Argenteul. Auguste ist zu diesem Zeitpunkt noch zu jung um mit seinem jüngeren Bruder Auguste den Betrieb des Vaters übernehmen zu können. Auch seine Ausbildung ist noch nicht abgeschlossen. Nach dem Tod seines Vaters wird er von Henri Motel bis 1817 ausgebildet, der außerdem die Leitung des Betriebes hat. Nach dem Ausscheiden von Motel übernimmt Louis Berthoud mit seinem Bruder Auguste das Geschäft des Vaters. Seither nennt sich das Unternehmen Berthoud Frères. Auguste huwt met in 1822 met Henriette Pauline Joly (1801-1879), de jongere zuster van Thérèse Joly (1798-1881), die in 1819 met zijn broer Louis was getrouwd. Zij waren de dochters van horlogekasten vervaardiger Jean-Louis Joly (1752? -1821) en Louise Perette Maliverne die getrouwd waren in 1768. In 1831, beëindigden de broers hun samenwerking. Charles Auguste continueerde de productie van horloges onder de naam "Auguste Berthoud" ". Aan zijn producten werd een gouden medaille toegekend op de tentoonstelling van 1834.

In 1839, stelde de regering hem aan als leider van school voor precisie horlogemaken, Louis Frederick Perrelet had zich om gezondheidsredenen teruggetrokken. Onder de vier leerlingen was Onésime Dumas, Henri Motel’s neef. Op de tentoonstelling van 1844, onderscheidde de jury hem door een aanvulling van de gouden medaille gewonnen in 1834, met een zeer lovend rapport over zijn leerlingen. Op 20. mei 1846, gaf de minister zijn blijk van waardering in een brief waarbij hij zijn tevredenheid uitsprak over de zorg die hij gaf aan hun opleiding. Op de tentoonstelling van 1844, beloonde de jury hem nogmaals met een gouden medaille en werd hij benoemd tot ridder in het “Legion d’ Honeur". In 1870, gedurende het beleg van Parijs, werd een groot deel van het werk waar men mee bezig was vernield. Daaronder ook de gereedschappen en instrumenten welke nog van zijn vaders atelier kwamen. Auguste Berthoud stierf in 1876.