Tentoonstelling klassieke Zenith-horloges
Museum van het Nederlandse uurwerk tegenwoordig Museum Zaanse Tijd.
Klassieke Zenith-horloges
(1911-1971) uit de collectie Veldeszenith
Nog tot 30. Oktober 2011 loopt de expositie "Klassieke Zenith-horloges". De expositie toont een selectie van bijzondere zak- en polshorloges van de meervoudig gelauwerde Zwitserse firma Zenith, waaronder de gouden zakchronograaf “Zenith calibre 19” (1929), bijzondere vliegeniershorloges uit WOII en de bekroonde gouden “Zenith calibre 135” (1948). Daarnaast zijn er enkele Zenith klokken en wekkers vertegenwoordigd, waaronder een Marine Chronometer, de “Chronomètre Zenith Calibre 262” (1948). Alle geëxposeerde uurwerken stammen uit de collectie Veldeszenith met uitzondering van een Zenith wandklok met het gepatenteerde Jamin-systeem. Deze is in bruikleen van het van Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven.
In 1865 sticht Georges Favre-Jacot in het Zwitserse Jura gebergte de horlogefabriek Billodes. Met voortschrijdend succes telde het bedrijf in Le Locle rond 1875 reeds duizend werknemers voor de vervaardiging van zakhorloges, slingerklokken en meetinstrumenten van de marine.
In 1896 werd Georges Favre-Jacot onderscheiden met de gouden medaille op de Nationale Zwitserse Tentoonstelling in Geneve. Vier jaar later verwierf hij de Grand Prix op de Wereldtentoonstelling van Parijs. 1903 was het eerste jaar dat de firma van Favre-Jacot de beroemde chronometer competitie van het Observatorium van Neuchâtel won. Sindsdien zijn ruim 1500 prijzen toegekend, een uitzonderlijk hoog aantal vergeleken met andere bedrijven.
In 1911 ging Favre-Jacot met pensioen en liet het bedrijf onder de naam ZENITH na aan zijn neef, James Favre. De naam verwijst naar het hoogste punt in het heelal. Volgens de legende zou Favre-Jacot in 1911 tijdens een nachtelijke wandeling onder de sterrenhemel in de Zwitserse Bergen het idee voor het bedrijfslogo met de ster hebben gekregen. George Favre-Jacot stierf in 1917. Tegen 1920 had het bedrijf al twee miljoen tijdmeters geproduceerd. In 1920 werden door ZENITH ook de eerste polshorloges uitgebracht. De firma werd uitgebreid met filialen in Besançon, Geneve, Moskou, Parijs, Wenen, Londen en New York.
De eerste ZENITH Calibre 135 zag het levenslicht in 1948. Het mechanisme kan bogen op een aantal innovatieve en gesofisticeerde technische bijzonderheden en werd onderscheiden met meerdere prestigieuze chronometrie- prijzen van het Neuchâtel Observatorium met een record van vijf op rij tussen 1950 en 1954. De lijst van onderscheidingen telt rond de 200 individuele prijzen, waaronder 2/3 aan eerste prijzen en vijf voor seriële erkenningen.
In 1971 werd het bedrijf overgenomen door de Mondia-Zenith-Movado groep met de American Zenith Radio Corporation als grootste aandeelhouder. De geëxposeerde uurwerken dateren alle van voor deze overname en gelden als voorbeelden van de klassieke ZENITH productieperiode.