Tijd in de Hand

Aus Watch-Wiki
Zur Navigation springen Zur Suche springen

Tijd in de Hand

Nederlandse zakhorloges van 1600-1800

Op zaterdag 21 april 2012 a.s. om 17.00 uur wordt de tentoonstelling TIJD IN DEHAND, Nederlandse horloges 1600-1800, in het Zilvermuseum te Schoonhoven geopend door kunst- en kitschkenner Fred Kats. De kern van de expositie wordt gevormd door een bijzondere particuliere collectie, aangevuld metzakhorloges uit de museumcollectie. De zakhorloges van Nederlandse makelij uit de vaste presentatie worden in de klokkenzaal op een speciale manier onder de aandacht gebracht.

Nederlandse horloges? Waren die er dan? Nooit van gehoord. Jazeker. Vast en zeker. En vele. Hoewel het horloge niet in Nederland geboren is, is deze uitzonderlijke tentoonstelling een must voor elke leek, liefhebber of vakman om de horlogeriehistorie van ons land te bewonderen of te bestuderen. De evolutie van de Nederlandse creaties wordt getoond in meer dan 100 meesterstukken. Een spectaculaire attractie gelardeerd met sleuteltjes, porte-montres en chatelaines. En boeken.

De eerste Nederlandse horloges duiken op aan het eind van de 16e eeuw. Ghyllis van Gheele (1581) Jan Janssen Bockelts (1607), Joost Silleman vormden de avant-garde. Vele illustere namen zouden volgen in the noble art of watchmaking. De Beer, Vibrandi, gebroeders Landreau. De zakhorloges uit die tijd stonden echt al op uitzonderlijk hoog niveau. Ze waren astronomisch met volledige kalender. Met maanstanden. Met getijdewerking, hoog- of laagwaterstanden. Of met wekker of datum. Mechanisch en vertandtechnisch gezien, waren het knappe instrumenten. Maar tijdtechnisch zwakkelingen. Eénwijzerig en ze liepen een kwartiertje per etmaal vóór of achter.

Onze eigen Christiaan Huygens was in de oude wereld het kantelpunt van statussymbool pronkstukhorloge naar tijdmeter. Hij paste in 1675 de verstelbare balansveer toe op het horloge. Deze uitvinding kwam de precisie enorm ten goede. Van Ceulen, Joseph Norris, Van der Spigt, William Gib, Steven Hoogendijk, Broeckhuysen, Nauta, Fromanteel, Hasius, Baron, Haas, Ruel, Uyterweer, Nicolaas Weylandt, Bramer, Salomon Coster, Kroese, van Meurs, Bernard van der Cloese, Heymuys, Gerrit Knip en vele anderen konden het horloge verder verspreiden. En ontwikkelen. Het dag- en nachthorloge. Horloges met "wandering hours". Met als klap op de vuurpijl het zes-urig horloge.

Deze Nederlandse gildeartiesten waren gevestigd in centra zoals Amsterdam,Haarlem, Rotterdam en Den Haag. Maar ook verspreid werkten ze van Middelburg tot Groningen, Van Leeuwarden tot Maastricht. Plaatsen zoals Nijmegen, Utrecht, Delft, Gouda, Deventer, Dordrecht, maar ook Gorinchem, de Rijp, Venlo en Zwolle hadden gerenommeerde horlogemakers.

Door Johan Selders